Overslaan en naar de inhoud gaan

TDM - amikacine

Monstermateriaal:Stolbloed/stolbuis (bepaling in serum)

Afnametijdstip:Dalspiegel: 30 minuten voor een gift

Topspiegel: 60 minuten na start van een gift in 30 minuten

Referentiewaarden (algemeen):

Dalspiegel: therapeutisch <5,0 mg /L

Topspiegel: therapeutisch 45-60 mg/L

 

Bepaling van de bloedmonsters geschiedt op een externe locatie, hierover dient altijd overlegd te zijn met een apotheker (bereikbaar via tel. 4481).

 

Een recente nierfunctie is noodzakelijk bij het starten van amikacine. Heroverweeg het starten van dit middel bij een slechte nierfunctie.

 

Startdosering

  • Normale nierfunctie (> 80 ml/min): 1 dd 15 mg/kg (max. 1500 mg).
  • Matig gestoorde nierfunctie (50-80 ml/min): Verleng het doseerinterval naar 36 uur, o.g.v. spiegels i.o.m. apotheker.
  • Ernstig gestoorde nierfunctie (30-50 ml/min):  Overleg met apotheker
  • Hemodialyse patiënt:  Overleg met apotheker. 

 

Bloedspiegelcontrole

  • Therapie korter dan 3 dagen en een normale nierfunctie: Geen spiegelcontrole.
  • Therapie langer dan 3 dagen en een normale nierfunctie (> 80 ml/min): Dalspiegel bepalen uiterlijk vóór de 4e gift.
  • Therapie bij gestoorde nierfunctie (kreatinineklaring < 80 ml/min) of tijdens continue niervervangende therapie: Zowel een topspiegel als een dalspiegel bepalen aansluitend op de 1e gift iom apotheker.
  • Spiegelbeleid bij dialysepatiënten: Hemodialyse of hemodiafiltratie: de spiegel vlak vóór dialyse afnemen. 

 

Vervolgspiegels

  • Bij gelijke dosering en gelijkblijvende nierfunctie en langdurige behandeling: wekelijks
  • Bij gelijke dosering en wisselende nierfunctie, IC-patiënten, septische patiënten, dialysepatiënten: minimaal twee keer per week.
  • In thuissituatie: altijd in overleg met apotheker

 

Achtergrond

  • Aminoglycosiden kennen een concentratie-afhankelijk effect. Het farmacodynamisch eindpunt is een Cmax/MIC ratio van 8-10. Voor de gebruikelijke micro-organismen betekent dat een topspiegel van 45-60 mg/L van amikacine. Hiertoe is 15 mg/kg een gebruikelijke dosering. Het optreden van nefrotoxiciteit is geassocieerd met hoge dalspiegels en daarom wordt (afhankelijk van het doseerschema) een dalspiegel van <5 mg/L aangehouden. Ototoxiciteit is minder geassocieerd aan een bepaalde concentratie en is minder dan bij gentamicine.

 

Referenties

http://tdm-monografie.org/monografie/amikacine

https://slzavl.swabid.nl/

https://kennisbank.knmp.nl/